De vruchten wassen en een stukje van de onderkant afsnijden, zodat ze rechtop blijven staan. De bovenkant afsnijden, als 'dekseltje', en met een mes de pulp aan de binnenkant lossnijden.
De vruchten wassen en een stukje van de onderkant afsnijden, zodat ze rechtop blijven staan. De bovenkant afsnijden, als 'dekseltje', en met een mes de pulp aan de binnenkant lossnijden.
Met behulp van een lepel al de pulp eruithalen. Daarna de pulp zeven en het sap opzij zetten.
De citroenen en de 'dekseltjes' laten bevriezen, ten minste 4 uur, zodat ze goed hard zijn.
In een kom de slagroom en gecondenseerde melk kloppen met de garde tot een dikke crèmige massa. 90 ml citroensap toevoegen en mengen.
Zet het mengsel in de koelkast of in de diepvries. Als de citroenen volledig hard geworden zijn, ze vullen met het mengsel.
In een kom de slagroom en gecondenseerde melk kloppen met de garde tot een dikke crèmige massa. 90 ml citroensap toevoegen en mengen.
Zet het mengsel in de koelkast of in de diepvries. Als de citroenen volledig hard geworden zijn, ze vullen met het mengsel.
Ze kunnen meteen zo gegeten worden. Of je kunt ze met het mengsel erin laten bevriezen, haal ze dan na 2 uur uit de vriezer.
Dit recept kan ook met sinaasappels of mandarijnen gemaakt worden.